Re: Schietoefening Fort Aagtendijk
Geplaatst: 06 sep 2020 10:01
In het Algemeen Handelsblad van 3 oktober 1899 wordt melding gemaakt van Weli-blechbedekkingen.
“Het voornaamste denkbeeld lag aan deze oefening ten grondslag de voorbereiding zóó te doen uitvoeren, als in oorlogstijd zou moeten geschieden.
Dientengevolge vertrok op 11 September een detachement artillerie op gewone sterkte naar de forten St. Aagtendijk en Velzen, tot het in orde brengen der forten, het maken van bomvrij logies, in batterjj brengen van kanonnen enz. Geleidelijk — evenals in de werkelijkheid — kwamen kleine detachementen aan.
Op 18 September echter een belangrijke versterking; 2 compagnieën vestingartillerie en een bataljon infanterie, ondergebracht in tentenkampen. De instructiën werden eerst bij aankomst uitgereikt, vooraf kon men dus niets of althans zeer weinig verrichten.
Van 18—23 September werden talrijke Weli-blechbedekkingen voor logies geplaatst en met grond bedekt, en 2 batterijen gebouwd en bewapening. Wat zulke werkzaamheden in verband met den weertoestand zeggen willen, kan ieder nagaan, wij melden hier dat alles op tijd gereed kwam.
Het werk zou zeker reeds op 21 September gereed zijn geweest, indien door het ongunstige weder bovendien niet een verandering van logies noodzakelijk ware geworden. Op 21 September werden schuren betrokken.”
Als niet bunkerbouwer heeft de term Weli-blech mij al langer bezig gehouden hoe een dergelijk onderkomen eruit zou hebben gezien. Evenals andere verschrijvingen is de juiste benaming Wellblech bedekking en niet Weli-blechbedekking. Het is eigenlijk een constructie van golfplaat……
In het militaire spectator zijn een 3-tal artikelen te vinden waar ingegaan wordt op de toepassing van Wellblech bij verdedigingswerken. Het betreft berekeningen voor de aanleg maar ook de mate van beschutting tegen granaatinslagen, benodigde materialen alsook de bouwduur afhankelijk van het type grond.
In een artikel “Wagner's ontwerp van tijdelijke bevestiging; bii aanwending van lichte pantsers, door J. C. SWAVING , Kapitein der Artillerie., Militaire Spectator 1897-0701-01-0031 wordt een uitgebreide beschrijvingen gegeven van benodigd materiaal voor het maken van een artillerieschans en andere onderkomens met wellblech beplating. Onderscheid wordt gemaakt tussen vaste en tijdelijke bouw. Aandacht wordt besteed aan hetgeen nodig is om Wellblech in te zetten bij verdedigingswerken waarbij de Stelling van Amsterdam wordt genoemd.
Infanterieschans
Wellblech-onderkomen voor 19 ruimten
300 m Wellblech 60.000 KG.
1500 grondbalken
38 gevelwanden met 418 m stijlen en 98 m rib 58.800 KG
Totaal 118.800 KG
De constructieve elementen van hoofd- en tussenwerken alsnu nagaande, zij opgemerkt dat de volgende beschouwingen gelden voor een effen vlakte in hoog terrein bij middelbare grondsoort.
Bij den tijdelijke bouw is beperking der arbeidsmassa hoofdzaak, vandaar een geringe borstweringhoogte. Toch zal overzicht over het voorterrein met dekking tegen inzicht samengaan, de minimum-hoogte is dus 1.8 meter. Van den anderen kant moeten de traditoren (moeilijk zichtbare), die door het hoofdwerk gedekt worden, hoog genoeg liggen om het voorterrein te overzien, hunne hogere ligging mag echter niet te veel arbeid veroorzaken. Als maximum zal de top van den koepel dus op 2.5 meter boven het maaiveld komen, de voet ligt dan op + 0.1 meter De juiste hoogte der borstwering van het hoofdwerk zal tussen 1.8 en 2.5 meter afwisselen en hangt van de profielen af. Deze zijn afhankelijk van twee zaken: voldoende dekking tegen geschutvuur en berging van den grond, voortkomende uit de uitgravingen ten behoeve der hindernis vóór, der ingezonken onderkomens achter. Bij middelbaren grond is, na deze overwegingen , een borstweringdikte van 7 meter en een hoogte van 2.3 meter wellicht in normale gevallen het doelmatigste. Nu zal men het profiel dermate construeren dat het werk — desnoods als zuiver aard werk — zoo snel mogelijk voltooid is, zelfs zonder bekleding, hindernis en onderkomens, voor het geval dit materiaal niet ter plaatse mocht wezen. Men is in dien toestand altijd krachtiger dan bij een verdediging van het natuurlijke terrein.
Ter bespoediging stelt men veel arbeiders gelijktijdig aan het werk en houdt die zo lang mogelijk op die getalsterkte bezig. Vandaar uitgraving ter weerszijden met gelijke uitgravingsprofielen. Daar het op te werpen profiel 18 vierkante meter , inhoud heeft, moeten de beide uitgravingsprofielen 9 vierkante meter, zijn. Dat aan de voorzijde wordt als hindernis-gracht gemaakt. Verkeerd zou het wezen de' hindernis 50 a 100 meter vooruit te brengen om haar niet van 's vijands projectielen te doen lijden. Dergelijke hindernis vordert ook uitgraving, ontstaan een aardhoop en arbeid, welke beide niet tot versterking der eigenlijke opstelling bijdragen. Eerst later, als tijd beschikbaar is, kan men tot zulk een tweede versperring overgaan. Daarom komt de gracht, zonder berm, onmiddellijk voor de borstwering. IJzerdraadversperring is hier boven verhakking te verkiezen, als zijnde sneller uitvoerbaar.
Voor beide chicanes zijn de grachten verschillend; ia het eerste geval behoort, bij 9 vierkante meter, vlakte-inhoud van het profiel, een vlakke gracht 3 / 4 a 1 meter diep en 12 meter breed; bij de verhakking is een gracht nodig van den ouden vorm met vrij hoge contrescarp, 3 meter diep en 5 tot 6 meter bovenbreedte.
Het plongée der borstwering wordt zóó gemaakt, dat de ijzerdraad versperring in de ondiepe gracht merendeels bestreken wordt. Alsnu overgaande tot de binnenste uitgraving, zoo is deze bestemd om daarin de onderkomens te doen inzinken. Een berm van minstens 1 meter blijft hier staan.
Als vast type voor onderkomens wordt het Wellblech genomen. Dit vordert in den tunnelvorm, dus evenwijdig aan het beloop van de vuurlijn — want andere aanwending kent WAGNER niet —, een breedte van uitgraving van 3,2 meter. De hoogte is 2 meter.
Nu geeft Wagner drie constructiën aan voor het Wellblech-onderkomen.
De eerste is voorlopig en vordert een gronddekking van een halve meter.
De tweede is van krachtiger aard door de beschermende laag beton. Na het Wellblech met 0,3 meter. grond te hebben gedekt, komt daarboven als afdak een betonlaag 0,7 meter dik en 5 meter breed, zodanig aangebracht dat mijngranaten met vertraagde ontsteking, onder 60° invallende en diep onder het maaiveld doordringende, de wanden en grondbalken van het Wellblech aan 's vijands zijde niet kunnen raken. Ten slotte wordt de betonlaag met 0,6 meter aarde overdekt.
Bij de derde soort van zwaarder constructie is de betonlaag van gelijke breedte, 2 meter dik, met 0,1 meter. zand als tussenruimte, op het Wellblech aangebracht; de bescherming der onderliggers tegen worpvuur is dezelfde, de bovenste aarddekking 0,5 meter. Tot de uitgraving aan de binnenzijde met haar dwarsprofiel van 9 m2 , terugkerende, wordt deze ter diepte van 2,3 meter gemaakt; zij is dan op den bodem 1,5 meter breed , bij taluds van 1 op 1. Om het Wellblech, dat geheel ingezonken met den bovenkant der onderleggers ter diepte van -2,3 meter komt, in de ingraving te stellen, heeft men dus later de beide taluds steil af te snijden ter verkrijging van voldoende bodembreedte. Eens gesteld en gedekt, komt de lichte aarddekking van het 1ste type op +0,2 meter, de bovenkant van het 2de type op + 1,3 meter, en die van het 3de type op + 2,3 meter; zijnde dit laatste cijfer ook dat der hoogte van de voorliggende borstwering.
Alle onderkomens zijn dus als tunnels “en caverné (holle ruimte)" onder liet maaiveld aangelegd, afritten onder natuurlijke helling of fascinetrappen leiden naar den toegang. De lengte der tunnels bedraagt zelden meer dan 10 meter Is in het voorgaande de normaalopstelling voor infanterie aangegeven, onder bijvoeging dat het infanteriebanket uit den aard der zaak op + 1 meter is gelegen, zoo rest ons nog de wijzigingen aan te duiden, die het profiel ondergaat als snelvurende kanonnen van 5.7 cm in lichte pantsers daarin hunne opstelling vinden. Die lichte pantsers hebben beschutting nodig tegen zijdelingse!) vuur en worden daarom in inspringende, half cirkelvormige nissen gesteld, waardoor 2 meter van de borstwering verloren gaan. Deze nissen van beton vormen muren van 2 meter, dikte; zo doende wordt door dit meer weerstand biedende materiaal de mindere borstweringdikte ter plaatse veronzijdigd (opgeheven).
In den tijdelijken bouw heeft beton, eerst na 4 weken verhardende (uiterst minimum), zijne natuurlijke nadelen. Toch zij opgemerkt, dat niet verharde beton in elk geval meer weerstand biedt dan andere grondstoffen en dat het aanbeveling verdient aan het pantserpark ijzeren geraamten toe te voegen, zg. beton kasten, waardoor de aanleg bespoedigd wordt, of, bij gebrek aan materiaal, die eenmaal ingegraven kasten nog altijd kunnen worden opgevuld met puin, grint of aarde.
In uitgave 1897-0747-01-0038 Militaire Spectator wordt wederom aandacht geschonken aan Wagners ontwerpen van tijdelijke bevestiging bij aanwending van lichte pantsers door J.C. Swaving kapt artillerie. Hierbij wordt ook ingegaan op de benodigdheden om het materiaal in te kunnen zetten waarbij ook de Stelling van Amsterdam wordt benoemd.
Het Wellblech is veel eenvoudiger in constructie en laat verschillende graden van weerstandsvermogen toe. Met 2 meter beton ommanteld, is het bestand tegen de brisante granaten van 21 cm. Bij het afdak van 0,7 meter beton, als beschermende tusschenlaag, tegen 15 cm. granaten. Daarentegen blijven achter lage dijken en kaden de hellende blinderingen met rails gedekt, soms achter reeds in vredestijd gebouwde standmuren, onmisbaar.
Toch zou de tijdelijke bouw nog falen als niet voor twee zaken gezorgd werd, nl. voor de aanschaffing van materialen, welke later niet of slechts langzaam te verkrijgen zijn, on voor de gemeenschapsmiddelen tot vervoer.
In onze behoeften kan worden volstaan met: Oplegging van veel materialen in loodsen, op de vermoedelijke plaatsen van aanwending, alzoo decentralisatie. Radiale gemeenschap door spoor- en vooral waterwegen, met in vredestijd vastgestelde of reeds gemaakte spoorbedverbreding voor losplaatsen met aanlegsteigers aan waterwegen.
Voorbereid tracé voor het draagbaar spoor van die punten naar de opstellingen. Ook dit materiaal ter plaatse opgelegd en met oude rails ter overbrugging van de polderslooten vermeerderd. Het voorgaande kortelings samenvattende, ontspint zich uit de voorafgaande denkbeelden omtrent den toekomstigen bouw der Amsterdamsche Stelling, naar onze mening , de behoefte aan:
1°. Afwerking der steunpunten op eenvoudige, doch degelijke wijze.
2°. Zand in zandruggen en in depots verspreid.
3°. Aanleg van maskes en wegen.
4°. Bouw van sommige standmuren, nissen voor geschutstanden en onderkomens op belangrijke en voor het transport ongunstig gelegen punten. Door den omvangrijke arbeid, dien het betonwerk — tot oorlogstijd uitgesteld— vordert, zal die bouw meer uitbreiding krijgen dan men oppervlakkig wenst.
5°. Aanschaffing van ijzer-constructiën, zowel tot werking en dekking als tot vervoer dienende; alsook lichte pantsers, Wellblech, rails, ijzerdraad en draagbaar spoor.
In genoemde artikelen zijn helaas geen afbeeldingen opgenomen. In de Tweede wereldoorlog is ook gebruik gemaakt van wellblech getuige bijgaande plaatjes:
Bron:
http://bunkersite.com/locations/norway/ ... -marka.php
https://www.bunkerinfo.nl/2013/03/wellb ... .html#more
https://germanbunkers.com/wn-62-wellblech/
“Het voornaamste denkbeeld lag aan deze oefening ten grondslag de voorbereiding zóó te doen uitvoeren, als in oorlogstijd zou moeten geschieden.
Dientengevolge vertrok op 11 September een detachement artillerie op gewone sterkte naar de forten St. Aagtendijk en Velzen, tot het in orde brengen der forten, het maken van bomvrij logies, in batterjj brengen van kanonnen enz. Geleidelijk — evenals in de werkelijkheid — kwamen kleine detachementen aan.
Op 18 September echter een belangrijke versterking; 2 compagnieën vestingartillerie en een bataljon infanterie, ondergebracht in tentenkampen. De instructiën werden eerst bij aankomst uitgereikt, vooraf kon men dus niets of althans zeer weinig verrichten.
Van 18—23 September werden talrijke Weli-blechbedekkingen voor logies geplaatst en met grond bedekt, en 2 batterijen gebouwd en bewapening. Wat zulke werkzaamheden in verband met den weertoestand zeggen willen, kan ieder nagaan, wij melden hier dat alles op tijd gereed kwam.
Het werk zou zeker reeds op 21 September gereed zijn geweest, indien door het ongunstige weder bovendien niet een verandering van logies noodzakelijk ware geworden. Op 21 September werden schuren betrokken.”
Als niet bunkerbouwer heeft de term Weli-blech mij al langer bezig gehouden hoe een dergelijk onderkomen eruit zou hebben gezien. Evenals andere verschrijvingen is de juiste benaming Wellblech bedekking en niet Weli-blechbedekking. Het is eigenlijk een constructie van golfplaat……
In het militaire spectator zijn een 3-tal artikelen te vinden waar ingegaan wordt op de toepassing van Wellblech bij verdedigingswerken. Het betreft berekeningen voor de aanleg maar ook de mate van beschutting tegen granaatinslagen, benodigde materialen alsook de bouwduur afhankelijk van het type grond.
In een artikel “Wagner's ontwerp van tijdelijke bevestiging; bii aanwending van lichte pantsers, door J. C. SWAVING , Kapitein der Artillerie., Militaire Spectator 1897-0701-01-0031 wordt een uitgebreide beschrijvingen gegeven van benodigd materiaal voor het maken van een artillerieschans en andere onderkomens met wellblech beplating. Onderscheid wordt gemaakt tussen vaste en tijdelijke bouw. Aandacht wordt besteed aan hetgeen nodig is om Wellblech in te zetten bij verdedigingswerken waarbij de Stelling van Amsterdam wordt genoemd.
Infanterieschans
Wellblech-onderkomen voor 19 ruimten
300 m Wellblech 60.000 KG.
1500 grondbalken
38 gevelwanden met 418 m stijlen en 98 m rib 58.800 KG
Totaal 118.800 KG
De constructieve elementen van hoofd- en tussenwerken alsnu nagaande, zij opgemerkt dat de volgende beschouwingen gelden voor een effen vlakte in hoog terrein bij middelbare grondsoort.
Bij den tijdelijke bouw is beperking der arbeidsmassa hoofdzaak, vandaar een geringe borstweringhoogte. Toch zal overzicht over het voorterrein met dekking tegen inzicht samengaan, de minimum-hoogte is dus 1.8 meter. Van den anderen kant moeten de traditoren (moeilijk zichtbare), die door het hoofdwerk gedekt worden, hoog genoeg liggen om het voorterrein te overzien, hunne hogere ligging mag echter niet te veel arbeid veroorzaken. Als maximum zal de top van den koepel dus op 2.5 meter boven het maaiveld komen, de voet ligt dan op + 0.1 meter De juiste hoogte der borstwering van het hoofdwerk zal tussen 1.8 en 2.5 meter afwisselen en hangt van de profielen af. Deze zijn afhankelijk van twee zaken: voldoende dekking tegen geschutvuur en berging van den grond, voortkomende uit de uitgravingen ten behoeve der hindernis vóór, der ingezonken onderkomens achter. Bij middelbaren grond is, na deze overwegingen , een borstweringdikte van 7 meter en een hoogte van 2.3 meter wellicht in normale gevallen het doelmatigste. Nu zal men het profiel dermate construeren dat het werk — desnoods als zuiver aard werk — zoo snel mogelijk voltooid is, zelfs zonder bekleding, hindernis en onderkomens, voor het geval dit materiaal niet ter plaatse mocht wezen. Men is in dien toestand altijd krachtiger dan bij een verdediging van het natuurlijke terrein.
Ter bespoediging stelt men veel arbeiders gelijktijdig aan het werk en houdt die zo lang mogelijk op die getalsterkte bezig. Vandaar uitgraving ter weerszijden met gelijke uitgravingsprofielen. Daar het op te werpen profiel 18 vierkante meter , inhoud heeft, moeten de beide uitgravingsprofielen 9 vierkante meter, zijn. Dat aan de voorzijde wordt als hindernis-gracht gemaakt. Verkeerd zou het wezen de' hindernis 50 a 100 meter vooruit te brengen om haar niet van 's vijands projectielen te doen lijden. Dergelijke hindernis vordert ook uitgraving, ontstaan een aardhoop en arbeid, welke beide niet tot versterking der eigenlijke opstelling bijdragen. Eerst later, als tijd beschikbaar is, kan men tot zulk een tweede versperring overgaan. Daarom komt de gracht, zonder berm, onmiddellijk voor de borstwering. IJzerdraadversperring is hier boven verhakking te verkiezen, als zijnde sneller uitvoerbaar.
Voor beide chicanes zijn de grachten verschillend; ia het eerste geval behoort, bij 9 vierkante meter, vlakte-inhoud van het profiel, een vlakke gracht 3 / 4 a 1 meter diep en 12 meter breed; bij de verhakking is een gracht nodig van den ouden vorm met vrij hoge contrescarp, 3 meter diep en 5 tot 6 meter bovenbreedte.
Het plongée der borstwering wordt zóó gemaakt, dat de ijzerdraad versperring in de ondiepe gracht merendeels bestreken wordt. Alsnu overgaande tot de binnenste uitgraving, zoo is deze bestemd om daarin de onderkomens te doen inzinken. Een berm van minstens 1 meter blijft hier staan.
Als vast type voor onderkomens wordt het Wellblech genomen. Dit vordert in den tunnelvorm, dus evenwijdig aan het beloop van de vuurlijn — want andere aanwending kent WAGNER niet —, een breedte van uitgraving van 3,2 meter. De hoogte is 2 meter.
Nu geeft Wagner drie constructiën aan voor het Wellblech-onderkomen.
De eerste is voorlopig en vordert een gronddekking van een halve meter.
De tweede is van krachtiger aard door de beschermende laag beton. Na het Wellblech met 0,3 meter. grond te hebben gedekt, komt daarboven als afdak een betonlaag 0,7 meter dik en 5 meter breed, zodanig aangebracht dat mijngranaten met vertraagde ontsteking, onder 60° invallende en diep onder het maaiveld doordringende, de wanden en grondbalken van het Wellblech aan 's vijands zijde niet kunnen raken. Ten slotte wordt de betonlaag met 0,6 meter aarde overdekt.
Bij de derde soort van zwaarder constructie is de betonlaag van gelijke breedte, 2 meter dik, met 0,1 meter. zand als tussenruimte, op het Wellblech aangebracht; de bescherming der onderliggers tegen worpvuur is dezelfde, de bovenste aarddekking 0,5 meter. Tot de uitgraving aan de binnenzijde met haar dwarsprofiel van 9 m2 , terugkerende, wordt deze ter diepte van 2,3 meter gemaakt; zij is dan op den bodem 1,5 meter breed , bij taluds van 1 op 1. Om het Wellblech, dat geheel ingezonken met den bovenkant der onderleggers ter diepte van -2,3 meter komt, in de ingraving te stellen, heeft men dus later de beide taluds steil af te snijden ter verkrijging van voldoende bodembreedte. Eens gesteld en gedekt, komt de lichte aarddekking van het 1ste type op +0,2 meter, de bovenkant van het 2de type op + 1,3 meter, en die van het 3de type op + 2,3 meter; zijnde dit laatste cijfer ook dat der hoogte van de voorliggende borstwering.
Alle onderkomens zijn dus als tunnels “en caverné (holle ruimte)" onder liet maaiveld aangelegd, afritten onder natuurlijke helling of fascinetrappen leiden naar den toegang. De lengte der tunnels bedraagt zelden meer dan 10 meter Is in het voorgaande de normaalopstelling voor infanterie aangegeven, onder bijvoeging dat het infanteriebanket uit den aard der zaak op + 1 meter is gelegen, zoo rest ons nog de wijzigingen aan te duiden, die het profiel ondergaat als snelvurende kanonnen van 5.7 cm in lichte pantsers daarin hunne opstelling vinden. Die lichte pantsers hebben beschutting nodig tegen zijdelingse!) vuur en worden daarom in inspringende, half cirkelvormige nissen gesteld, waardoor 2 meter van de borstwering verloren gaan. Deze nissen van beton vormen muren van 2 meter, dikte; zo doende wordt door dit meer weerstand biedende materiaal de mindere borstweringdikte ter plaatse veronzijdigd (opgeheven).
In den tijdelijken bouw heeft beton, eerst na 4 weken verhardende (uiterst minimum), zijne natuurlijke nadelen. Toch zij opgemerkt, dat niet verharde beton in elk geval meer weerstand biedt dan andere grondstoffen en dat het aanbeveling verdient aan het pantserpark ijzeren geraamten toe te voegen, zg. beton kasten, waardoor de aanleg bespoedigd wordt, of, bij gebrek aan materiaal, die eenmaal ingegraven kasten nog altijd kunnen worden opgevuld met puin, grint of aarde.
In uitgave 1897-0747-01-0038 Militaire Spectator wordt wederom aandacht geschonken aan Wagners ontwerpen van tijdelijke bevestiging bij aanwending van lichte pantsers door J.C. Swaving kapt artillerie. Hierbij wordt ook ingegaan op de benodigdheden om het materiaal in te kunnen zetten waarbij ook de Stelling van Amsterdam wordt benoemd.
Het Wellblech is veel eenvoudiger in constructie en laat verschillende graden van weerstandsvermogen toe. Met 2 meter beton ommanteld, is het bestand tegen de brisante granaten van 21 cm. Bij het afdak van 0,7 meter beton, als beschermende tusschenlaag, tegen 15 cm. granaten. Daarentegen blijven achter lage dijken en kaden de hellende blinderingen met rails gedekt, soms achter reeds in vredestijd gebouwde standmuren, onmisbaar.
Toch zou de tijdelijke bouw nog falen als niet voor twee zaken gezorgd werd, nl. voor de aanschaffing van materialen, welke later niet of slechts langzaam te verkrijgen zijn, on voor de gemeenschapsmiddelen tot vervoer.
In onze behoeften kan worden volstaan met: Oplegging van veel materialen in loodsen, op de vermoedelijke plaatsen van aanwending, alzoo decentralisatie. Radiale gemeenschap door spoor- en vooral waterwegen, met in vredestijd vastgestelde of reeds gemaakte spoorbedverbreding voor losplaatsen met aanlegsteigers aan waterwegen.
Voorbereid tracé voor het draagbaar spoor van die punten naar de opstellingen. Ook dit materiaal ter plaatse opgelegd en met oude rails ter overbrugging van de polderslooten vermeerderd. Het voorgaande kortelings samenvattende, ontspint zich uit de voorafgaande denkbeelden omtrent den toekomstigen bouw der Amsterdamsche Stelling, naar onze mening , de behoefte aan:
1°. Afwerking der steunpunten op eenvoudige, doch degelijke wijze.
2°. Zand in zandruggen en in depots verspreid.
3°. Aanleg van maskes en wegen.
4°. Bouw van sommige standmuren, nissen voor geschutstanden en onderkomens op belangrijke en voor het transport ongunstig gelegen punten. Door den omvangrijke arbeid, dien het betonwerk — tot oorlogstijd uitgesteld— vordert, zal die bouw meer uitbreiding krijgen dan men oppervlakkig wenst.
5°. Aanschaffing van ijzer-constructiën, zowel tot werking en dekking als tot vervoer dienende; alsook lichte pantsers, Wellblech, rails, ijzerdraad en draagbaar spoor.
In genoemde artikelen zijn helaas geen afbeeldingen opgenomen. In de Tweede wereldoorlog is ook gebruik gemaakt van wellblech getuige bijgaande plaatjes:
Bron:
http://bunkersite.com/locations/norway/ ... -marka.php
https://www.bunkerinfo.nl/2013/03/wellb ... .html#more
https://germanbunkers.com/wn-62-wellblech/